Menu

06/02/2024

Alles over de Nederlandse leerindustrie

Toen onze eerste winkel in 1929 geopend werd, stond de verkoop van lederwaren centraal. Deze eeuwenoude productcategorie bestaat al sinds 5000 voor Christus en heeft zich over de hele wereld verspreid. Echt leer wordt nog steeds gezien als een luxeproduct vanwege de oude roots, de kwaliteit en de ambacht waarin de roots en kwaliteit samenkomen. Bij leer hoort inmiddels een hele industrie, die ook ooit in Nederland is ontstaan.

 

In Nederland is Noord-Brabant dé leerprovincie doordat de leerindustrie zich daar grotendeels is gaan vestigen. De natuur en ontwikkelingen in de maatschappij boden hier uitstekende omstandigheden voor. De beekjes, het (gemalen) eikenschors en de veeteelt die een grote rol spelen bij het maken van leer waren allemaal in die provincie te vinden. De grond was tevens niet goed genoeg voor boeren om alleen van akkerbouw te leven. Toen stedelijke gilden in 1818 werden afgeschaft, kwam er ruimte voor schoenmakers op het platteland, omdat de gilden niet langer de handel met het platteland belemmerden. In het katholieke Noord-Brabant was nijverheid op dat moment al een grote bron van inkomsten voor de bevolking door de achterstelling van katholieken en het lage loonpeil. Lederwaren vervaardigen zorgde (voor boeren) daarom voor een mooie bijverdienste. 

 

 

De bijverdienste werd uiteindelijk zo mooi, dat leerlooierijen ook zelfstandig konden gaan bestaan. Met name voor jonge zonen, aangezien de oudste zoon vaak het boerenbedrijf overnam. Zij hadden de kunde en het kapitaal van huis uit meegekregen om een leerlooierij te starten. Dit ging decennialang goed, tot er in 1870-1880 flinke concurrentie kwam vanuit het buitenland, waar inmiddels met machines werd gewerkt. In Nederland maakte de industrie ook een ontwikkeling door, met onder andere de intrede van de stoommachine in 1874. Uiteindelijk resulteerde dit in 1899 tot de eerste leerfabriek in de Langstraat, een streek waar die historie nog steeds te vinden is. De ontwikkeling was niet aan iedereen besteed, want de kleinere partijen hadden niet de middelen om te investeren in machines. Dit maakte het lastig om de concurrentiestrijd aan te gaan met fabrieken uit omliggende landen. De Nederlandse leerindustrie kon die strijd pas aan vanaf het moment dat het hele productieproces machinaal verliep. 

 

In de periode rond de Eerste Wereldoorlog ging het goed met de leerindustrie door afnemende concurrentie en een toenemende vraag. De Duitse markt die weer op gang kwam en de nieuwe concurrentie uit de Verenigde Staten, waren twee klappen die leidden tot een enorme krimp van de Nederlandse producenten van leerproducten. Na een opleving door wetgeving die leerproducten uit Duitsland verbood en een krimp door de economische crisis in de jaren 30, was de periode in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog een tijd van groei. Wederom door de toenemende vraag. Tijdens de oorlog ging het overwegend slecht. Marshall-hulp was na de oorlog nog een opzet naar een trage ontwikkeling, maar eind jaren 60 kreeg de Nederlandse leerindustrie de nekslag. De nieuw opgerichte Europese Gemeenschap maakte het mogelijk om goedkoop schoenen uit Italië te krijgen en de ingevoerde milieu-eisen zorgde ervoor dat men meer ging kijken naar andere materialen dan leer.

 

Het leer van Nederlandse merken, waaronder tassenmerken, is tegenwoordig veelal uit het buitenland afkomstig. De tassen kunnen daar goedkoper worden geproduceerd, maar of dit verantwoord gaat moet worden gecontroleerd. Daarover valt meer te lezen in deze blog.

Hoewel de productie vaak in het buitenland plaatsvindt, komen de ontwerpen van Nederlandse hand. Geïnteresseerd in leren producten van Nederlandse merken? Bekijk deze pagina!


BEL 0172 - 447 517 (5 dagen per week bereikbaar) of zoek een winkel bij jou in de buurt